FKT: Sam Bracke - GR 130 IJzer (Belgium, France) - 2025-12-27

Athletes
Route variation
point-to-point
Multi-sport
No
Para athlete
No
Gender category
Male
Style
Self-supported
Start date
Finish date
Total time
10h 54m 32s
Report

De GR130 stond al langer om meerdere redenen op mijn bucketlist. Ik ben opgegroeid in de streek en mijn hometown Diksmuide ligt pal op de route. Het landschap ademt geschiedenis, met overal restanten die aan WOI doen herinneren. Bovendien leek het me uniek om de volledige lengte van een rivier te kunnen lopen en is het best bijzonder dat precies de helft van de route in Frankrijk ligt en de andere helft in België. Een aantrekkelijke manier om mijn eigen streek nog eens volop te beleven en zelfs te herontdekken. 

Omdat ik ondertussen in Amsterdam woon en zelden lang in mijn geboortestreek ben, was het er tot nu toe nooit van gekomen. Tijdens de kerstperiode van 2025 was ik wat langer in België en dus diende zich eindelijk de kans aan om me aan deze FKT te wagen.

Het enige nadeel: ik had eigenlijk maar één dag vrij, zaterdag 27 december, toevallig net een van de koudste dagen van het jaar. Daarbovenop stond er een ijzige noordoostenwind van 3 Beaufort, goed voor een gevoelstemperatuur van -5. Pal in het nadeel.

Maar het was nu of nooit. Om 7 uur ’s ochtends vertrok ik met de auto vanuit Diksmuide richting de start in Buysscheure. De bevroren, donkere wegen in het Noord-Franse niemandsland maakten meteen duidelijk dat dit weer een bijzonder avontuur zou worden. Ruim een uur later (sneller durfde ik op de gladde boerewegen niet rijden) stond ik bij de kerk van Buysscheure aan de start. Het bordje Vers le Paradis trok me meer aan, maar ik was hier toch echt voor de GR130.

Er is weinig mooier dan een koude, heldere winterochtend. Al snel loop ik over bevroren trails, met links de opkomende zon en rechts de striemende wind. Met 3 liter water, een 15-tal Snickers, een pufferjas en een regenjas tegen de wind trek ik door Franse velden richting de bron van de IJzer, die hier nog weinig meer is dan een bescheiden beekje.

Mijn vingertoppen zijn amper voelbaar door de koude (mijn handschoenen schieten duidelijk tekort), maar toch geniet ik met volle teugen. De vergezichten zijn prachtig, de zon doet deugd en het desolate landschap heeft iets bijzonders. In dit eerste deel pak ik ook meteen wat hoogtemeters.

Na 25 kilometer passeer ik een boerenhof. Een enorme hond ziet me al van ver en loopt dreigend mijn richting uit. Even denk ik dat dit het einde wordt, zeker wanneer hij me ook effectief probeert te bijten. Door me groot te maken en luid te roepen, kan ik hem net op afstand houden. Terwijl ik stapvoets verderga en elke paar meter opnieuw roep, komt de boerin naar buiten en roept haar hond binnen. Hij zet nog één keer aan, maar blijft dan achter. Mijn stressniveau was zelden zo hoog, maar ik praat mezelf rustig: dit hoort erbij. Weer een beproeving doorstaan en dat geeft vertrouwen.

Ik houd het tempo strak en probeer elke 10 kilometer net onder het uur te blijven. Er komt zelfs wat marge, ook al wandel ik af en toe om rustig een Snickers weg te werken en te drinken. De bevroren ondergrond vraagt aandacht, maar het grote voordeel is dat er geen modder ligt en ik kan me voorstellen hoe zwaar het hier anders zou zijn.

Na iets meer dan vijf uur bereik ik de Belgische grens, exact het middelpunt van de route. De zon staat intussen op haar hoogste punt. Ik gun mezelf tien minuten rust om mijn rugzak te herorganiseren en even van de zon te genieten.

Daarna volgt het lange stuk tussen Roesbrugge en Lo-Reninge. De wind lijkt hier nog harder te blazen en voor het eerst moet ik mezelf echt forceren om te blijven rennen. Gelukkig verschijnt sneller dan verwacht het bord dat ik Groot-Diksmuide binnenloop, een mentale opsteker. In Diksmuide zelf staat een korte stop gepland in de 24u-automatenshop. Een cola en een suikerwafel doen precies wat ze moeten doen.

Wanneer het opnieuw begint te schemeren, trek ik het laatste stuk richting Nieuwpoort in. Nog ruim 20 kilometer. Tijd om af te tellen. Ik passeer de Dodengang en sla daarna linksaf het grindpad richting de kust op. Voor het eerst heb ik de wind niet pal tegen en dankzij de suikers kan ik plots weer kilometers onder de 5 minuten lopen. Mijn favoriete playlist gaat op en het voelt alsof ik vlieg.

Voor ik het goed en wel besef, zit ik in de laatste 10 kilometer. Het is inmiddels volledig donker en ik loop alleen in mijn cocon van licht. Het is vaak op de tanden bijten om niet te wandelen, maar de gedachte dat een tijd onder de 11 uur haalbaar is, houdt me scherp.

Op 5 kilometer van de finish stuurt de route me rechtsaf een smal trailpad op, midden in de IJzer. Na zo’n 500 meter ontdek ik dat het pad onderbroken wordt door een vijftigtal meter water (zie foto), waarschijnlijk door het getij. Heel even twijfel ik om erdoor te gaan, maar bij vriestemperaturen lijkt me dat toch geen goed idee. Ik draai om, neem het pad links van de rivier en sluit een kilometer later weer aan op de route.

De laatste 4 kilometer push ik nog één keer door tot ik aan de vuurtoren afklok in 10u54’32”. Ruim een uur sneller dan vooraf gepland en een stevige verbetering van de vorige FKT van Dorian. Gezien de koude omstandigheden en de aanhoudende tegenwind kan ik alleen maar bijzonder tevreden zijn.

Deze hidden gem in een uithoek als de Westhoek kan ik iedereen aanraden. Het is niet eenvoudig om aan de start te geraken, maar geloof me: je zal het je niet beklagen.